Wetsvoorstel verplichte AOV voor zelfstandigen
Tot 23 juli jl. was er de mogelijkheid om via een internetconsultatie te reageren op het voorstel voor invoering van een verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zelfstandigen. Er is vrij massaal gereageerd en de algemene tendens is dat zelfstandigen niet echt zitten te wachten op deze wettelijk verplichte verzekering.
Wat houdt de regeling op hoofdlijnen in?
De AOV wordt verplicht voor alle IB-ondernemers, met of zonder personeel. De premie zal (ongeveer) 6,5% gaan bedragen over de winst uit onderneming (WUO). Deze WUO wordt gemaximeerd op 142,86% van het wettelijk minimum loon (WML). Dit komt neer op een (maximale) jaarpremie van ongeveer € 2.870,- per jaar, ofwel zo’n € 240,- per maand. Het UWV is de uitvoerder van de verzekering (inclusief re-integratiedienstverlening) en de belastingdienst gaat de premie innen.
De uitkering bedraagt 70% van deze grondslag (142,86%), waardoor de uitkering uitkomt op 100% van het WML. De uitkering wordt na een wachttijd van 1 jaar verstrekt en zal bij voortdurende arbeidsongeschiktheid tot uiterlijk de AOW gerechtigde leeftijd worden uitgekeerd. Anders dan bij de WIA wordt er niet gerekend wat de procentuele inkomensderving door arbeidsongeschiktheid is. In plaats daarvan onderzoeken de verzekeringsarts en de arbeidsdeskundige of de zelfstandige nog het wettelijk minimumloon kan verdienen op de arbeidsmarkt. Dit doen ze door eerst vast te stellen of de zelfstandige nog in staat is om één van de aangewezen drempelfuncties op minimumloonniveau uit te kunnen voeren. Als dit niet het geval is, ontvangt de zelfstandige een uitkering. Die drempelfuncties zijn vooraf aangewezen functies die representatief zijn voor functies die op de arbeidsmarkt uit te oefenen zijn op minimumloonniveau.
Het is dus alles of niets; arbeidsongeschikt of niet.
Opt-out regeling
Verzekerden krijgen de mogelijkheid om van een opt-out-regeling gebruik te maken. Als er een private verzekering gesloten wordt met minstens gelijke dekking en premie als de verplichte AOV, dan kan verzocht worden om die verplichte AOV te beëindigen. De opt-out geldt ook voor verzekerden die nu al een private AOV hebben. Voor deze laatste groep gelden overigens lagere eisen. Zij mogen van de opt-out gebruik maken als hun AOV uitkeert vanaf 25% arbeidsongeschiktheid en als er een technische eindleeftijd is verzekerd die niet lager is dan 55 jaar.
Zoals gezegd zijn de meeste zelfstandigen geen voorstander van deze verplichte verzekering. Bent u IB-ondernemer en wilt u niet deel hoeven nemen aan deze verzekering? Dan heeft u dus de mogelijkheid van opt-out door, tijdig, een eigen AOV te regelen. Of u begint alsnog een B.V….
Wilt u meer advies over de mogelijkheden voor het verzekeren van uw arbeidsongeschiktheidsrisico, neemt u dan gerust contact met ons op.
Bron; Enkwest